Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Daarboven, wat Hij gedaan heeft aan Dathan, en aan Abiram, zonen van Eliab, den zoon van Ruben; hoe de aarde haar mond opendeed, en hen verslond met hun [6]huisgezinnen, en hun tenten, ja, al wat [7]bestond, [8]dat hun aanging, in het midden van gans Israel. 6. Hebreeuws, huizen. 7. Zie Gen.7:4. 8. Hebreeuws, dat aan hun voet was; dat is, in hun dienst, macht of bezit; of, wat hen aanging of volgde. Vergelijk Ex.11:8.